Aroon Gonesh procedeert al 17 jaar voor praktisch alle gerechten van Nederland (behalve de Hoge Raad), en kent het burgerlijk procesrecht van binnen en van buiten. Het gaat dan om alle regels betreffende alle denkbare soorten gerechtelijke procedures, bijvoorbeeld betreffende:
De belangrijkste wetten in het procesrecht zijn het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) en de Wet op de rechterlijke organisatie (Ro).
Ook de verschillende procesreglementen die door de rechtbanken en gerechtshoven zijn opgesteld, zijn telkens van groot belang. In deze regelingen wordt de feitelijke gang van zaken rond procedures voorgeschreven. Denk aan vereisten m.b.t. de indiening van processtukken, de regels over uitstel van zittingen en andere procesregels.
Tegenwoordig maakt de kantonrechter onderdeel uit van de rechtbank. Het hangt van de aard en het financiële belang van de zaak af welke rechter bevoegd is om een geschil te berechten.
De kantonrechter behandelt geldvorderingen tot € 25.000 en voorts alle:
De overige civiele geschillen moeten in eerste aanleg door de rechtbank worden berecht.
Bij de kantonrechter is vertegenwoordiging door een advocaat niet verplicht. Bij de rechtbank is een advocaat wel verplicht.
In het civiele recht kunnen gerechtelijke procedures op twee verschillende manieren aanhangig worden gemaakt. Met:
Procedures die volgens de wet met een verzoekschrift moeten worden ingeleid zijn meestal zaken betreffende personen- en familierecht (bijvoorbeeld een echtscheiding of een erkenning van vaderschap).
De meeste civiele procedures zijn dagvaardingsprocedures, en worden (dus) ingeleid met een dagvaarding die door een deurwaarder wordt betekend (afgeleverd) aan de gedaagde. In de dagvaarding staat precies omschreven wanneer de gedaagde moet verschijnen, bij welke rechter en op welk adres.
In een dagvaarding moet precies omschreven staan:
Het opstellen van een deugdelijke dagvaarding is vaak juridisch vakwerk. Het is raadzaam om in belangrijke zaken een goede advocaat daarvoor in te schakelen, omdat de kwaliteit van de dagvaarding ook bepalend is voor de kans op succes in de procedure.
Nadat de gedaagde de dagvaarding heeft ontvangen van de deurwaarder, wordt de zaak “aanhangig gemaakt” op de rolzitting die plaatsvindt op de datum die in de dagvaarding vermeld staat.
Op deze rolzitting wordt door de rechter de datum van een zitting bepaald waarop de gedaagde schriftelijk verweer kan indienen. Die zitting vindt meestal zes weken na de eerste rolzitting plaats.
Na deze schriftelijke ronde volgt meestal een zitting waarbij partijen zelf aanwezig dienen zijn (uiteraard met hun eventuele advocaten).
Zo'n zitting heet een “comparitie van partijen.” Het is de bedoeling van zo'n zitting dat de rechter vragen kan stellen aan de partijen zel. Ook is er (beperkte) gelegenheid voor de procespartijen om hun standpunten mondeling toe te lichten.
De rechter maakt op zo'n comparitiezitting vaak van de gelegenheid gebruik om te kijken of er een schikking tussen de procespartijen mogelijk is. Mocht dat niet het geval zijn, dan volgt na de comparitiezitting een vonnis of krijgen partijen de gelegenheid om in een tweede schriftelijke ronde op elkaars standpunten te reageren
Het vonnis kan een eindvonnis zijn, waarmee de zaak bij deze rechter is afgedaan. Het kan echter ook een tussenvonnis zijn, met bijvoorbeeld een bewijsopdracht aan een procespartij.
In spoedeisende zaken (waarin niet op de uitkomst van een bodemprocedure kan worden gewacht) is een kort geding geboden. In kort geding kunnen "feitelijke ordemaatregelen" ("voorlopige voorieningen") worden gevorderd. Denk hierbij aan allerlei geboden en verboden om dingen te doen of juist na te laten (zoals een bepaalde publicatie, verkoop, ontruiming, opheffing van een beslag of een straatverbod). Voor een kort geding is het dus altijd nodig dat er een spoedeisend karakter vereist. Een rechter in kort geding heet een voorzieningenrechter. Onder bepaalde omstandigheden kan er in kort geding ook (een voorschot op) de betaling van een geldvordering worden toegewezen.
De partij die in een kortgeding is gedagvaard hoeft in principe geen advocaat in te schakelen. De gedaagde kan zich ter zitting zelf verdedigen. In veel gevallen is dat overigens niet verstandig.
In een hoger beroepprocedure kan de zaak opnieuw worden beoordeeld door een hogere rechter. Hoger beroep staat tegen het merendeel van de vonnissen open. Voorwaarde is dat het financieel belang hoger is dan € 1750,-. De termijn om hoger beroep in een (gewone) bodemprocedure aan te spannen is drie maanden. Let op: in kort geding is de termijn korter, namelijk maar vier weken. Voor hoger beroep is de inschakeling van een advocaat altijd vereist. Dat geldt zowel voor de eisende als voor de verwerende partij.
Aroon Gonesh heeft als advocaat veel ervaring met het voeren van allerlei gerechtelijke procedures.
Indien u een vraag heeft over het voeren van een gerechtelijke procedure, bijvoorbeeld over uw proceskansen of de kosten, neem dan gerust vrijblijvend contact met Aroon op door te bellen met 070-3050502 of een e-mail te sturen naar info@goneshadvocatuur.nl voor een vertrouwelijk kennismakingsgesprek of een eerste telefonisch advies.
In een persoonlijk gesprek (of per telefoon) kunt u uw juridische vraag aan Aroon voorleggen. Aroon zal vervolgens graag gezamenlijk met u inventariseren wat hij als advocaat voor u kan betekenen.
Wanneer je geconfronteerd wordt met een juridisch probleem, dan wil je niet zomaar een advocaat, zeker niet als het op procederen aankomt. Dan wil je een goede advocaat die thuis is in het procesrecht. Als het kan een advocaat die van procederen zijn werk heeft gemaakt. Eentje die door de wol geverfd is. Een winner. Ik streef ernaar om een goede procesadvocaat te zijn voor mijn cliënten. In alle procedures die ik voer. Procederen is niet mijn baan ... het is mijn passie. Het vertrouwen dat cliënten daarom in mij hebben is voor mij een erezaak. Hun belang is voor mij als procesadvocaat altijd leidend. Dat drijft mij.
© 2023, Gonesh Advocatuur, advocatenkantoor in Den Haag